Je bent al geluk(t)
We leren al van jongs af aan dat je van alles moet doen om gelukkig te worden: een verzorgd uiterlijk, gezond eten, een mooi huis, een uitdagende baan, een bruisend sociaal leven en een geweldige relatie.
Van kinds af aan hoor je: doe goed je best, want later, als je groot bent…
En natuurlijk is het leuk om te leren en nieuwe dingen uit te proberen. Dat zit in je. Kijk maar naar kleine kinderen: lopen leer je met vallen en opstaan. Eerst rijd je op een driewieler, voor je het weet scheur je op een mountainbike. Als kind denk je er niet over na hóe het moet – je doet het gewoon. Soms gaat het vanzelf, soms kost het moeite.
Maar ergens onderweg krijg je het gevoel dat je ‘iemand’ moet zijn: een goede leerling, de altijd vrolijke dochter, een gezellige vriendin, een fijne collega. En daarmee ontstaan allerlei verwachtingen.
Wat de een als prettig ervaart, kan voor de ander juist vervelend zijn. En hoe jij iemand ervaart, heeft eigenlijk weinig met de ander te maken, maar alles met wat jij op dat moment denkt. Je gedachten bepalen jouw beleving, en omdat gedachten voortdurend veranderen, verandert jouw ervaring van mensen, werk en de wereld ook telkens mee.
Ga je jezelf vergelijken met anderen, dan kun je het ene moment denken dat je goed bezig bent en het volgende moment juist helemaal niet. Het lijkt persoonlijk, maar dat is het niet. Het voelt alleen zo.
Geluk is niet iets wat je voortdurend voelt,
maar iets wat altijd al in je zit, zelfs als je het tijdelijk niet ervaart.
Je kunt geluksmomenten hebben, een warm gevoel, een lach, een fijne ervaring, maar het zijn momenten. Ze komen en gaan.
Geluk is je natuurlijke staat van zijn. Je hebt alles in je om fysiek en mentaal gelukkig te zijn. Totdat je denkt dat het niet zo is.
Bij je geboorte krijg je alles mee wat je nodig hebt. Je ademhaling gaat vanzelf. Je lichaam verwerkt eten vanzelf. En mentaal beschik je over een natuurlijke veerkracht die niet stuk kan, ook al voelt dat soms anders.
Als alles te veel wordt
Wanneer je burn-out raakt of overspannen bent, voelt het alsof je jezelf kwijt bent. Je lichaam werkt niet meer mee. Je ligt ’s nachts wakker, piekert, voelt je moe en gespannen. Je raakt snel emotioneel of reageert boos, vaak juist tegen de mensen waar je veel van houdt.
Je schaamt je. Je probeert je groot te houden. De buitenwereld mag niks merken, dus ga je door. Je lacht het weg, terwijl je nauwelijks weet hoe je je werkdag door moet komen.
Hulp zoeken voelt als falen. Je bent bang dat je er niet meer bij hoort. Wat zullen anderen wel niet denken? Komt dit ooit nog goed?
Realiteit op de werkvloer
Ziekteverzuim staat hoog op de agenda bij bedrijven en zorginstellingen. Een zieke medewerker kost tussen de €250 en €400 per dag. Hoe eerder je merkt dat iemand niet lekker in zijn vel zit, hoe beter.
Veel leidinggevenden zeggen: “Mijn deur staat altijd open.” Maar in de praktijk ligt die drempel voor medewerkers vaak hoog. Ze zijn bang voor de gevolgen. Bang om hun baan te verliezen. Bang dat ze anderen tot last zijn. Dus ze blijven doorgaan, tot het écht niet meer gaat.
Als je hoofd vol zit en je gestrest bent, ben je aan het overleven. Je ziet geen uitweg. Maar die is er wél.
De eerste stap
Alles begint met één stap: een gesprek. Met je leidinggevende, je HR-collega, of met iemand buiten je organisatie.
Er is vaak meer mogelijk dan je denkt.
Als life-coach in de natuur begeleid ik medewerkers die last hebben van stress, burn-out, onzekerheid of rouw. Samen gaan we terug naar de basis: jouw natuurlijke veerkracht, jouw rust. Want:
Je bent al geluk(t). Vanaf het moment dat je geboren werd.